Kruidenpotjes met stickers

Labels maken van je kruidenkast een mini-archief dat je in seconden doorzoekt. Kies een vaste logica en houd die consequent vol. Alfabetisch werkt goed voor grote collecties. Voor dagelijks gebruik is groeperen per keukenstijl of gerecht handig.

Plaats het hoofdetiket op de zijkant om in een lade van bovenaf te scannen. Zet een kleiner etiket op de deksel voor planken op ooghoogte. Gebruik tekst met hoog contrast, zoals zwart op wit of wit op zwart. Extra details zoals “gemalen” of “heel” voorkomen vergissingen aan het fornuis.

Voorbeeld: tijdens een pastamaaltijd pak je direct oregano, Italiaanse mix en knoflookgranulaat. Door een vaste labelstijl en logische indeling kook je sneller en voorkom je dubbele aankopen.

Met labels koppel je koken aan een slim systeem. Noteer naast de kruidnaam ook de datum van openen of navullen. Voeg eventueel een batchnummer toe als je in bulk koopt. Vermeld ook maalgradatie of hittegraad bij pepers.

Op de achterkant kun je kleine vinkvakjes maken voor “bijvullen” of “op voorraad”. Zo zie je tijdens het meal preppen direct welke kruiden bijna op zijn. Dit voorkomt dat je tijdens het koken opeens misgrijpt.

Voor lades werkt een korte code op de deksel, terwijl frontscan beter is met de volledige naam op de zijkant. Zo houd je een stabiele voorraad en plan je maaltijden zonder tussentijdse boodschappen.

Verspilling ontstaat vaak door vergeten potjes, verwisselde smaken of verlopen kruiden achterin de kast. Met duidelijke labels zie je alles in één oogopslag. Hierdoor gebruik je automatisch het oudste potje eerst.

Noteer bij het navullen de datum of de THT uit de navulverpakking. Zet korte toevoegingen zoals “gerookt” of “mild” op het label. Zo open je nooit per ongeluk het verkeerde kruid.

Gebruik kleinere potjes voor kruiden die je minder vaak gebruikt. Hierdoor gaat er minder verloren en blijft het aroma sterker. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat kaneel jarenlang ongebruikt blijft staan. Het resultaat: beter smaakbehoud, minder verspilling en een efficiënte keuken.

Begin met een vaste naamgeving. Gebruik dezelfde opbouw voor ieder potje: hoofdingrediënt, variant en eventueel maalgradatie of land van herkomst. Voorbeeld: “Kaneel gemalen” of “Kardemom hele peulen”.

Kies één lettertype en formaat dat goed leesbaar is. Werk met contrastkleuren voor snelle herkenning. Subtiele pictogrammen kunnen extra duidelijkheid geven, bijvoorbeeld voor zaad, blad of mix.

Plaats een etiket op de zijkant én een kleiner label op de deksel. Zet ze altijd op dezelfde hoogte voor een strak geheel. Gebruik een heldere notatie voor datums, zoals 2025 09 12. Bewaar extra labels achterin je lade voor nieuwe kruiden of mixen.

Begin altijd met een vetvrije ondergrond. Reinig het potje met alcohol of afwasmiddel zonder glansmiddel. Laat het goed drogen voordat je een sticker aanbrengt.

Druk het label stevig aan, vooral langs de randen, en laat het minimaal 24 uur hechten. Kies waterbestendige of vaatwasserbestendige etiketten van vinyl of ander synthetisch materiaal.

Handwas blijft het beste. Gebruik lauw water, milde zeep en vermijd schuursponsjes. Toch de vaatwasser? Zet de potjes in het bovenrek en kies een kort programma met lagere temperatuur. Rond af door de etiketten voorzichtig droog te deppen.

Glas is het meest geschikt. Het is glad en niet poreus, waardoor stickers stevig hechten en mooi blijven na schoonmaken.

Kunststof kan ook goed werken, maar het hangt af van het type. PET is glad en houdt etiketten netjes. Sommige PP-potjes voelen waxachtig aan, waardoor standaard lijm minder goed pakt. Gebruik in dat geval speciale etiketten of ruw het oppervlak licht op met een zachte doek.

Metalen deksels zijn ideaal voor kleine labels op de bovenkant. Bamboe of houten deksels zijn poreus en vragen een laklaag of een glad inlegschijfje voor de sticker. Test altijd één label voordat je de hele set voorziet van etiketten.